Na weken, wat zeg ik, maanden van afwezigheid is het tijd voor een recensie. En als ik dan terug van weggeweest ben, dan moet ik natuurlijk wel met een parel van een boek komen. Dus Spijkerschrift it is! 😉 Sorry jongens, ik zal jullie nooit meer 5 maanden laten wachten.
Soms, heel soms gebeurd het dat je per ongeluk jaren lang een boek in de kast hebt. Ongelezen, onder het stof met een vergeelde prijssticker. Je weet eigenlijk niet zo goed waarom hij ongelezen is. Waarschijnlijk was de tijd er niet naar. Soms voelt het gewoon niet goed om aan een boek te beginnen. Het is te zwaar, of misschien te licht. Je kent het wel. Vorige week was ik op zoek naar het boek van mijn moeder toen Spijkerschrift van Kader Abdolah ineens afgedankt op de vloer lag. Niet oké! Het voelde alsof het nu wel de juiste tijd was om hem te lezen. Zo gezegd, zo gedaan. Lees in deze recensie wat ik van het boek vind.
Mijn eerste indruk van Spijkerschrift
Een gefrustreerde zoon, die in het reine probeert te komen met het verleden door het spijkerschrift van zijn doofstomme vader op papier te zetten. Is het niet interessant dat wanneer ik zoek naar het boek van mijn moeder, ik een boek met dit onderwerp vind? Het maakte me nieuwsgierig. Al na een paar pagina’s lees ik de volgende prachtige zin; “Zijn wereld was de wereld van zijn verleden, van wat voorbij was, van wat hij had geleerd en van zijn herinneringen. De weken, maanden en jaren kende hij niet. Tijd had voor hem geen betekenis”. Ik heb de zin drie keer gelezen, prachtig! Dit belooft veel goeds.
Waar het boek over gaat
Deze autobiografische roman bevat veel dingen. Liefde, verraad, dood en religie in een even sprookjesachtige als woelige setting. Daar waar politiek, geschiedenis, aardrijkskunde, religie, vluchtelingen en ontheemding een grote rol spelen. Ondertussen vertelt het ook een persoonlijk verhaal over een geschoolde man, Ismaiel en zijn vader Aga Akbar, de doofstomme tapijtmaker.
Aga Akbar heeft in de loop van zijn leven een boek geschreven in een eigen ontworpen spijkerschrift. Na zijn dood in de bergen wordt het boek bij zijn naar Nederland gevluchte zoon Ismaiel bezorgd. Ismaiel probeert het leesbaar te maken, net zoals hij zijn vader vroeger verstaanbaar moest maken. Zo tovert Kader Abdolah het leven van Aga Akbar en zijn zoon Ismaiel tevoorschijn.
Via de persoonlijke geschiedenis van zijn familie en ouderlijk huis schetst hij tevens de recente geschiedenis van de 20e eeuw. Historische gebeurtenissen en sociale veranderingen wisselen elkaar af. De twee sjahs, Mossadegh en Khomeini nemen hun tijd op het podium, elk hun sporen achterlatend. De Sovjet-Unie doemt op langs de grens; Saddam Hussein verklaart de oorlog; het westen haalt olie op. Kortom een verwarrende wereld voor een man die niet kan horen of praten, met een zoon die links georiënteerd is en hem zelfs ge/misbruikt in zijn revolutionaire strijd.
Wat ik ervan vond
Een goede roman schrijven is één ding. Een goede roman schrijven in een taal die niet jouw eerste taal is, is iets anders. Dat is, naar mijn mening, een knap staaltje meesterwerk! Kader Abdolah zegt vaak dat hij in het begin van zijn carrière in het Nederlands maar een beperkt aantal woorden beschikbaar had. Het is precies dat wat naar mijn mening veel heeft bijgedragen aan zijn onderscheidende, poëtische stijl. Waar veel Nederlandse schrijvers zoveel mogelijk moeilijke woorden op een pagina gooien om iets simpels te vertellen, weet Kader jou alles te vertellen met weinig woorden. Ontzettend mooi! Daarnaast is het interessant dat hij de rijke geschiedenis van zijn land tussen de regels door vlecht in een krachtig familieverhaal, zonder dat het “Wikipedia-achtig” aanvoelt.
De verschillende personages, onder meer de dichtende oom Azem Khan en Ismaiels zusje Goudklokje zijn interessant, maar het is vooral de vader-zoon verhouding die het boek doet leven. Het omvat de complexiteit van gevoelens binnen hun relatie, maar is tegelijkertijd ingetogen en liefdevol.
De conclusie van Spijkerschrift
Het mysterie binnen het verhaal is ons onvermogen om te weten wat Aga Akbar denkt en voelt. Hij zit gevangen in een zintuiglijke wereld zonder gehoor of spraak en communiceert via eenvoudige gebarentaal. De roman doet geen poging om zijn werkelijke ervaring weer te geven. En dat maakte het voor mij moeilijk om me met hem te identificeren. Dit is voor het eerst dat een karakter mijlenver van mij afstaat en dat maakte me enorm nieuwsgierig. Ik wilde alleen maar meer van hem weten, meer voelen, meer verstaan. Ja, Spijkerschrift is een ontroerend boek, een knap boek. Een boek dat het verdient om nog door velen gelezen te worden. Dus ga naar die boekhandel en koop hem!